Er is zoveel olie voor je motor, er zijn zoveel keuzes in merken, soorten, viscositeiten, minerale motorolie, half-synthetische (semi-synthetische) motorolie en volledig synthetische motorolie. Als je er weinig kennis van hebt, of je hebt net een andere motor, welke olie moet je dan kiezen?
Welke motorolie voor jou het beste is hangt af van het bouwjaar, de geavanceerdheid van de motor, het gebruik, de weersomstandigheden en de gestelde eisen van de fabrikant. We willen je hiermee wat achtergrondinformatie geven en wat begrippen verklaren. Met de bedoeling om de keuze voor de olie wat makkelijker te maken. Als je denkt, dat geloof ik allemaal wel, scroll dan meteen naar beneden.
Motorolie heeft verschillende functies:
De viscositeit van olie (zeg maar de stroperigheid) wordt uitgedrukt in een getal. Hoe lager het getal, hoe dunner de olie. De aanduiding 5W40 of 10W40 heeft betrekking op de dikte (viscositeit) van de olie in koude en warme toestand. Multigrade motorolie is daarmee geschikt voor lage en hoge temperaturen. Het eerste getal heeft betrekking op de dikte bij lage temperatuur en het tweede getal op de dikte bij hoge temperatuur. Dus hoe lager het nummer, hoe dunner de olie (en hoe lager de viscositeit/stroperigheid).
De 10W30 heeft een lagere viscositeit dan 20W40. Bij een koude start wil je juist een dunne olie die snel overal komt. Er wordt wel gezegd dat de motor al meteen veel slijt bij de (koude) start. Hoe sneller de olie bij vitale delen als nokkenassen komt, hoe minder slijtage.
Hoe kouder de omstandigheden, hoe lager je het getal voor de W wilt hebben. Onder zeer koude omstandigheden wil je een 0W of 5W olie hebben. Onderstaande afbeelding de relatie zien tussen buitentemperatuur en viscositeit.
Maar eenmaal opgewarmd, mag de olie niet te dun worden. Te dunne olie beschermt dan niet goed meer. Dan kijk je naar het getal achter de W. Je wilt niet dat olie te dun wordt als de motor warm is. Bij warme motor zal een 10W30 olie dunner zijn dan een 10W40 olie. Je zult dan denken, dan neem ik een zo hoog mogelijk nummer na de W. Maar een olie die bij warme motor dik blijft zal zwaarder lopen. Ook zal te dikke olie niet overal kunnen komen. Dat gaat ten koste van benzineverbruik, bescherming, en prestaties. Het is dus zaak om echt de juiste olie te kiezen. Hoe groter het verschil tussen het eerste en het tweede getal, hoe geavanceerder en duurder de olie.
10W40 is dus op bedrijfstemperatuur dikker, hoger in viscositeit dus dan 10W30. De keuze voor een bepaalde viscositeit hangt van veel factoren af, maar de belangrijkste is belasting en toerental.
Minerale olie is olie die geraffineerd is uit ruwe aardolie. Minerale olie is de eenvoudigste variant van de drie oliesoorten. Minerale motorolie is de goedkoopste variant van motorolie en is bijvoorbeeld prima geschikt voor motoren die een aparte versnellingsbak of een droge platenkoppeling hebben (denk aan BMW). Normale rijders’, die voorzichtig met hun motor omgaan, hun motor altijd goed op temperatuur laten komen (zeker de eerste 5 kilometer rustig rijden) en niet continu alle pk’s uit het blok aanspreken, zijn prima uit met een hoogwaardige minerale olie. Dit geldt voor de meeste toerrijders. Oudere motoren hadden destijds vaak een minerale olie voorgeschreven. Die kan je er nog steeds in doen, de minerale olie van nu is sowieso veel beter dan die uit 1980.
Bij het gebruik van synthetische motorolie is er een aantal voordelen:
Synthetische motorolie wordt vooral gebruikt in moderne motoren die het zwaar te verduren hebben, zoals bijvoorbeeld (super)sportmotoren die op de weg of op het circuit zwaar worden belast. Motorrijders die niet veel kilometers maken, of uitsluitend korte stukken rijden, maar ook sportieve rijders kunnen beter kiezen voor een hoogwaardige synthetische olie.
Synthetische olie is duurder dan minerale olie, of een halfsyntheet. Als je echter synthetische olie niet extreem belast dan kan je er zelfs wat langer mee doorrijden tussen de intervallen, waardoor de prijs per km gelijk uitvalt met een olie van mindere kwaliteit.
Deze combineert de voordelen van synthetisch enigszins met een lagere prijs. Qua kwaliteit zit deze er tussenin. Voor de meeste motoren is een semi-synthetische olie een prima keuze. De smering en levensduur van deze olie is prima en de kwaliteit van de dopes (toevoegingen) is doorgaans zeer goed. Het prijsverschil komt vooral door de ruime keuze aan dopes. Globaal kan je stellen dat een duurdere variant half-syntheet gebruik maakt van een hogere kwaliteit dopes. Dat is dan vooral raadzaam als je motorblok, koppeling en versnellingsbak dezelfde olie gebruiken.
Om de olie nog verder te perfectioneren, worden aan een minerale of synthetische basisolie diverse additieven of dopes toegevoegd.
Zo zijn er dopes die er voor zorgen dat de motor schoon blijft. Deze dopes kapselen vuil in en houden het zwevend, zodat vuil niet kan aankoeken. Andere additieven dienen om de wrijving te beïnvloeden (friction modifiers) of om oxidatie van de olie of de metalen van het motorblok tegen te gaan. Oliefabrikanten doen veel onderzoek om een uitgebalanceerd pakket additieven samen te stellen, waarvan de componenten elkaar niet tegenwerken. Dat is ook een van de belangrijkste reden dat je niet zelf een potje wondermiddel aan de olie moet toevoegen. Als de toevoeging goed is, zit hij er al in. Zo niet, dan kan het alleen maar kwaad.
Een classificatie is de API (American Petroleum Institute). Olieprestatie word uitgedrukt in 2 letters. De S staat voor benzinemotoren, de C voor diesel. De tweede letter geeft de prestatie / kwaliteit aan van de olie, deze tweede letter komt “oplopend” voor, hoe hoger de tweede letter, hoe nieuwer en beter de olie. Op dit moment is een hoge API kwaliteit voor benzinemotoren van motorfietsen API: SL
ACEA wordt vooral gebruikt voor automotoren. Hier gaan we verder niet op in.
Een groot nadeel van de API en ACEA kwaliteitsnormen is dat ze zich richten op automotoren. Maar motorfietsmotoren zijn heel anders dan automotoren. Bij de meeste motoren draait de koppeling in de motorolie. Daardoor is het niet mogelijk om een wrijvingsverlagende dope aan de olie toe te voegen, want daarvan gaat de koppeling slippen. En dus moet er voor motoren speciale olie worden ontwikkeld, waarin géén friction modifiers zitten. Daarom kunnen deze oliën bij de API testen ook niet voorbij de API-SG-kwalificatie komen, want die haal je niet zonder friction modifiers. Toch bieden Castrol, Motul en Putoline hogere kwalificaties motorfietsolie aan, tot SL en verder aan toe.
Met alleen een API specificatie weet je dus nog steeds niet of je een olie hebt die ook erg geschikt is voor je motor. Wat dat betreft is de komst van de JASO norm (Japanese Automotive Standards Organisation) een goede zaak. Daarin wordt speciaal getest of een olie vriendelijk is voor natte koppelingen en of de olie bestand is tegen de afschuifkrachten in versnellingsbakken, die bij veel motoren ook in dezelfde motorolie draaien.
Als een motorolie de MA-kwalificatie heeft, heb je dus een olie die speciaal getest is voor het gebruik in motorfietsmotoren met een natte koppeling. Sinds enige jaren maakt de JASO daarbij onderscheid tussen een MA1 en een MA2 kwalificatie: de MA2 stelt nog hogere eisen aan de wrijving in de koppeling en is dus beter geschikt voor motoren met een hoge koppel- en vermogensafgifte. Probeer dus met een moderne motor minimaal MA1 maar liever MA2 aan te houden.
Voor motoren met een droge koppeling hanteert de JASO de MB kwalificatie. Dat zijn dus motorfietsoliën die ‘gezakt’ zijn voor de MA testen, maar nog prima geschikt zijn voor motoren zonder natte platen koppeling, zoals veel BMW's en Moto Guzzi's, maar ook heel voor motorscooters. Speciale olie voor motorscooters is dus echt geen flauwekul, want deze olie mag veel "gladder" zijn, omdat er geen risico bestaat op doorslippende natte koppelingsplaten.
Bekijk de classificatie van de olie eens. Vaak is het een eenvoudige, laag geclassificeerde olie. Prima bruikbaar in een automotor waar je niet veel van het blok vraagt. Of in een motor die geen natte koppeling heeft zoals bij BMW en Moto Guzzi wel voorkomt, en waar je verder weinig extra's vraagt van je motor. Je zult geen grote prestaties kunnen verlangen omdat de olie een zwakke schakel is. Overschrijding van de verversings-interval wordt al kritisch.
Ons advies: Geef iets meer uit, het gaat om de levensduur en de betrouwbaarheid van je motorfiets. Op de lange termijn is het niet duurder.
Motorolie verbruiken doet in principe elke motor. Maximaal een halve liter olie bijvullen op 1.000 km is nog acceptabel. Een bovenmatig verbruik wijst erop dat er iets aan de hand is. En dat kan diverse oorzaken hebben:
Wij hebben motoren gehad waarbij het olieverbruik drastisch daalde nadat er een betere kwaliteit olie gebruikt werd. Reviseren is niet altijd nodig.
Als je je olie correct gepeild hebt, zoals het in je gebruiksaanwijzing van je motorfiets is beschreven, kan je je peilstok aflezen, je ziet dan:
Het niveau van de olie hoort tussen MIN en MAX te staan. Vul nooit meer bij dan de max. Als je je motor niet goed kent, vul dan steeds een beetje bij. Soms is het goed de motor nog even te laten lopen en te wachten voordat je weer peilt.
Heb je per ongeluk een heel klein beetje boven de max bijgevuld, dan is dat geen drama en hoef je niets te doen. Veel te veel olie is niet goed en dan zal je toch echt iets af moeten tappen. Te weinig olie is niet goed, meteen bijvullen! Als de olie op je peilstok zwart of zelfs grijs is, wordt het tijd om te vervangen.
Dat is in principe geen probleem, mits de olie dezelfde specificaties heeft en bij voorkeur dezelfde viscositeit heeft. Controleer wel of je olieverbruik dan niet toeneemt. Overigens, in geval van nood (veel te weinig olie en de juiste olie niet voor handen) is het altijd nog beter om er een minder geschikte olie in te doen, dan door te rijden met te weinig olie.
Olie vervuilt door verbrandingsresten, slijtage van de motor en deeltjes stof. Daarom zit in het oliecircuit een filter (en soms ook een zeef, kijk in je handleiding) dat de olie schoon houdt. Voor een goede werking moet het oliefilter regelmatig worden vervangen. In je handleiding staat hoe vaak dat is. In ieder geval gelijk met een oliewissel. Oliefilters van Mahle, Hiflo en K&N zijn van prima kwaliteit.
Oliefilter zit zowel aan de buitenzijde van de motor gemonteerd (uitwendige oliefilters) als in je blok (inwendige oliefilters). Uitwendige oliefilters zorgen in dat geval ook voor koeling van de olie. Door het filteren en koelen wordt de slijtage van je motorblok beperkt.
Voor een paar euro kan je een olieaftapdop aanschaffen waar een magneetje in zit.
Deze magneet trek piepkleine metaalhoudende deeltjes uit de olie aan. Hierdoor komen ze niet in je filter terecht en blijft het beter zijn werk doen.
Bij een oliewissel maak je het magneetje weer schoon met een doek.
Zeker, want de eisen die auto’s en motoren aan olie stellen zijn verschillend. Vergeleken met automotoren leveren motorfietsen vaak extreem hoge prestaties per liter en moeten daar ook veel hogere toerentallen voor draaien. Vooral luchtgekoelde motorblokken belasten de olie sterker dan de haast uitsluitend watergekoelde automotoren. Bovendien moet de olie bij een motorfiets ook de koppeling en de versnellingsbak smeren, zonder dat de koppeling gaat slippen. Dit stelt allerlei tegenstrijdige eisen aan de olie, een van de redenen dat olie voor een motorfiets meestal wat duurder is dan auto-olie.
Heb je geen oudere motor? Het beste neem je zodra de motor goed is ingelopen motorolie van goede kwaliteit, dus een halfsyntheet of volsyntheet met een SG en minimaal een JASO MA1 kwalificatie. Als motorolie de MA-kwalificatie heeft, weet je dus dat deze olie speciaal getest is voor het gebruik in motormotoren met natte koppeling. Binnen de MA wordt dan ook weer onderscheid gemaakt tussen een MA1 en een MA2 kwalificatie: MA2 stelt nog hogere eisen aan de wrijving in de koppeling en is dus beter geschikt voor motoren met een hoge koppel- en vermogensafgifte. Bij twijfel, neem MA2.
Voor de viscositeit van je motorfiets olie kijk je eveneens naar het advies in het instructieboekje. Rij je grote afstanden op straat, dan kies je het tweede (warme) getal laag, binnen die adviezen in je manual. Dus liever een 10W30 dan een 10W40. Doe je veel korte afstanden, dan kun je beter een hoger getal kiezen, omdat de olie dan in de loop der tijd door condens en brandstofresten verdund raakt. Rijd je veel op circuits, dan kies je juist voor een hoog getal, omdat de motor in raceomstandigheden heter en de olie dus dunner wordt.
Voor barre, winterse omstandigheden kies je het getal voor de W zo laag als wordt toegestaan, want dan is de olie eerder bij alle te smeren onderdelen en blijft slijtage aan nokkenassen beperkt. Dan dus liever een 5W40 dan een 10W40. Rijd je toch niet als het echt koud is, dan kun je net zo goed een hoger getal nemen.
Kom je er niet uit, twijfel je, dan kan je het ons ook vragen. We weten ook niet alles, maar we kunnen het wel opzoeken.
Zorg dat het motorblok redelijk is afgekoeld. Zorg dat de motorfiets recht staat. Draai de oliepeildop los of haal de peilstok eruit anders duurt het leeglopen langer.
Plaats de olie opvangbak op de juiste plek. Draai de carterplug los. Alleen losdraaien dus, nog niet helemaal eruit draaien. Houd een oliedoek bij de hand tegen het morsen. Draai nu de dop eruit en laat hem niet vallen. Als alle olie er uit lijkt te zijn draai je ook het oliefilter los. Pas op met het oude oliefilter. Deze zit nog vol oude olie. Laat alles nog een tijdje leegdruppelen, dat kan best een kwartiertje duren.
Messing pakkingen voor de aftapplug zou je meestal kunnen hergebruiken. Maar het is vervelend om te moeten ontdekken dat je motor olie lekt omdat een pakking, die nieuw bijna niets kost, bij nader inzien toch niet meer goed is en wetende dat je hem nu niet meer kunt vervangen.